
Ondermijnende rechtspraak.
Er gaat inmiddels géén dag meer voorbij of er valt in de pers wel een artikel te lezen over de ondermijnende criminaliteit die de samenleving aan het ontwrichten zou zijn. Politici roepen in koor dat het zo niet langer kan en dat er enorme bedragen naar politie en justitie moet om zodoende ons land van de ondergang te redden.
Tegelijkertijd worden er met grote regelmaat door het kabinet cijfers gepubliceerd en naar buiten gebracht waarin wordt aangegeven dat de criminaliteit aan het dalen is en dat er derhalve substantieel bezuinigd kan worden op het gevangeniswezen en dat verder gegaan kan worden met het sluiten van gevangenissen. Ruim 23 in de afgelopen jaren (!) en nog een heel rijtje staat op de nominatie om gesloten te gaan worden. Tegelijkertijd roept minster Dekker , van rechtsbescherming, dat de sociale advocatuur hervormd dient te worden omdat er in zijn ogen teveel gebruik wordt gemaakt van rechtsbijstand door pro deo advocaten. Hij ziet een uitbreiding van rechtsbijstand-verlening , door commerciële partijen zoals de ARAG en de DAS als dé oplossing. Géén euro meer naar de sociale advocatuur…dat is de insteek.
Allemaal ontwikkelingen die er op gericht zijn om de advocatuur zoveel mogelijk het werk onmogelijk te maken en te zorgen dat er een substantiële en structurele inperking komt van verdedigings- proces mogelijkheden tegen de toch al machtige staat.
Voormalig officier van justitie en zelfbenoemd crimefighter Fred Teeven heeft als politicus de toon gezet toen hij in een interview te kennen gaf dat als je die advocaten maar “minder uren geeft” het met die verdediging toch niets wordt.
Zo pak je die lastige advocaten aan …was het kennelijk het plan van de heer Teeven. En die sfeer ademen alle plannen en voorstellen van de huidige minister ook uit. Beperken en het structureel slecht betalen van advocaten is het uitgangspunt. D
Het tijdschrift MR - Online kopte afgelopen maand het volgende artikel (3 september 2019) “ Daling aantal nieuwe advocaten”. Een daling die ook door andere partijen geconstateerd wordt. Het advocatenblad constateerde in een artikel van 28 oktober 2019 heel specifiek een flinke afname van het aantal advocaten dat bereid is pro deo zaken te doen. Te lezen valt:
“ Het aantal advocaten dat in 2018 actief deelnam aan het stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand is met ongeveer 200 afgenomen….” “ Dat is zo’n drie procent lager dan in 2017, blijkt uit cijfers en trends van de Raad voor Rechtsbijstand”.
Een slechte ontwikkeling.
Terwijl de advocatuur steeds meer wordt afgeknepen en het functioneren onmogelijk wordt gemaakt lijkt het erop dat de overheid en de rechterlijke macht het openbaar minsterie géén strobreed (meer) in de weg. Fouten van officieren van justitie en vormverzuimen in procedures worden immers steevast niet meer gesanctioneerd en gecorrigeerd waardoor inmiddels ieder vorm van correctie illusoir is geworden.
Over die verregaande macht van het OM en het gebrek aan toezicht en correctie op datzelfde OM verbaasde zich NRC journalist Folkert Jensema in zijn artikel van 9 november 2019 met de veelzeggende kop: “ Het OM tovert een eigen officier vrij”.
Hij constateert dat hij zich niet aan de indruk kan onttrekken dat in een zedenzaak gericht tegen een officier opzettelijk fouten zijn gemaakt om er voor te zorgen dat er géén veroordeling zou komen. Hij maakt zich zorgen…over het handelen van het openbaar ministerie en somt een reeks gebeurtenissen op die die zorg gevoed hebben.
“Ik maak me dus zorgen. De manier waarop het OM Transavia-vlieger Julio Poch ‘wegtipte’ naar Spanje, om in Argentinië na acht jaar voorarrest te worden vrijgesproken. Zoals het wiethandelaar Johan van Laarhoven in handen van de Thaise autoriteiten speelde, inclusief gefingeerde verdenking tegen zijn partner. En nu wordt er een eigen officier vrij getoverd. Hier klopt iets niet.”
En dat ook deskundigen inmiddels deze zorgen onderschrijven valt te lezen in een rapport van de WODC dat reeds in 2017 werd gepubliceerd: (blz 133; WODC-rapport “ Toezicht op strafvorderlijk overheidsoptreden”)
“ De rol van de rechter in Nederland is inmiddels te afstandelijk geworden, en zou moeten gerevitaliseerd worden. Het voorbeeld van een politiedienst die opzettelijk een proces-verbaal vervalst (dit is een aantal malen gebeurd), waarna geen actie wordt ondernomen, legt een lacune in toezicht bloot. Het is dan aan een rechter om daar iets tegen doen, zoals dit zeer expliciet aan de orde stellen en de uitspraak in leesbare vorm aan de pers laten toekomen, waarna een leermoment kan optreden voor de actoren die dergelijke vormfouten begaan. Het risico bestaat immers dat het leereffect verdwijnt als de rechter niets doet met vormfouten. Vormfouten worden in Nederland inmiddels vrijwel nooit meer gesanctioneerd door de rechter. Verschillende geïnterviewden merkten op dat het risico bestaat dat er dan geen leereffect meer van uitgaat.
In gewone lekentaal betekent dit dat op onrechtmatig handelen van politie en justitie in onze gerechtelijke procedures zo goed als géén sanctie meer staat en dat onze rechters niet meer corrigerend optreden tegen overheidsdienaren die zich niet aan de wet houden. Strafvorderlijke wetgeving die daarmee een dode letter dreigt te gaan worden.
Voor dit soort rechtspraak is maar één woord te vinden: “Ondermijnende rechtspraak”.
Arthur van der Biezen is strafrechtadvocaat in ’s-Hertogenbosch.